Virtual Private Network (VPN) in het voorbeeld van BacNet

Een Virtual Private Network (VPN) verbindt externe apparaten met een lokaal netwerk en codeert ook de gegevens.
Het internet wordt daarom gebruikt als transportmedia. Eenmaal verbonden met de VPN, fungeert men als in een lokaal netwerk.
Deze techniek is geschikt voor toegang tot het lokale LAN met alle rechten in dit LAN-netwerk. De stations in de
VPN krijgen adressen van het lokale subnet.

Hieronder wordt een voorbeeld getoond met VPN via GPRS-netwerk. Het grote voordeel in gprs techniek is dat alleen
verzonden gegevens worden in rekening gebracht door de GSM-Provider. Om deze reden krijgt de gebruiker altijd een online-verbinding
voor lage kosten.

Eerste stap: Het opzetten van de VPN tussen workstation een PLC-apparaat

U moet een VPN-server instellen aan de clientzijde (dit kan een extern apparaat zijn, zoals op de foto, of een software
draait op het werkstation. We hebben getest met vigor-router 2910-serie en NetGear FVL114 en FVL318 en de
Software ProSafe VPN Client geïnstalleerd op het werkstation. Als GPRS-routers gebruikten we ZR-150 G GPRS M2M-routers
uit Westermo.

Op de ADSL-Router (verbinding van het werkstation naar het internet) moet u twee NAT (Network Address) installeren
Vertaling) configuraties voor de Port UDP 500 en UDP 1701 om de VPN uit te voeren. Beide inzendingen moeten worden doorgestuurd
naar de VPN-Serve rdevice.
- IKE (Internet Key Exchange Protocol) UDP Port 500

- L2TP (Niveau 2 Tunnel Port) UDP-poort 1701

Zodra deze configuraties zijn uitgevoerd, u de beschikbaarheid van de VPN testen door de apparaten in de hele VPN te pingen.

Tweede stap: De BacNet-verbindingen tot stand brengen

BacNet maakt gebruik van UDP Port 47808. Zorg er nu voor, dat deze poort nergens geblokkeerd in de routers en firewalls definiëren
uw BacNet-netwerk. Om te testen of alle stations op uw BacNet-netwerk beschikbaar zijn op UDP Port 47808,
kan het gereedschap "Poortquery" gebruiken dat is beschreven in FAQ # 100729.